Het geloof van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria dagtekent uit de eerste tijden van het christendom. Op 8 December 1854 werd deze geloofswaarheid door Paus Pius IX, op het dringende verzoek van de hele katholieke wereld, plechtig tot dogma verklaard; hij bevestigde, dat Maria door een bijzonder voorrecht van God van het eerste ogenblik van haar ontvangenis af van alle erfsmetten was vrijgebleven. Deze uitspraak werd bekrachtigd door Maria zelf, toen zij 4 jaar later, in 1858, te Lourdes op de vraag van Bernadette, wie zij was, antwoordde: ” Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis.”
“O God, die door de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd een waardige woonplaats voor uw Zoon bereid hebt, we bidden U, die om de vooruitgeziene dood van uw Zoon haar voor alle smet bewaard hebt, ons te verlenen, dat ook we door haar voorspraak zuiver tot U mogen komen.”
“O Maria zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot u nemen.” Tekst op de Wonderdadige Medaille